maandag 9 januari 2012

Grote en kleine bijzonderheden.

Soms heb ik periode dat ik het moeilijk vind om de moed er in te houden. De laatste week van december was zo’n periode. Geen kinderen op bezoek met kerst, geen oliebollen bakken, niet kaasfonduen met mijn extra moeder, nog geen klanten voor het guesthouse ondanks de nieuwe website die Harry gemaakt heeft www.henin.nl , geen ‘oude’ vrienden in de buurt. Alles was anders dan anders, een beetje onwennig. Gelukkig gebeurde er weer van alles waardoor het me onmogelijk werd gemaakt om in mijn somberheid te blijven hangen. Grote en kleine bijzondere gebeurtenissen.

Heel bijzonder vond ik de uitnodiging die we kregen van lieve vrienden om de receptie ter ere van hun 50ste trouwdag mee te maken. Ze willen ons graag helpen en vonden het een goede gelegenheid voor ons om mensen, hun vrienden, te ontmoeten. Het was een hele bijzondere avond. Goed georganiseerd en lekker eten en drinken natuurlijk, hoe kan het anders in Suriname. Het mooiste vond ik het gouden bruidspaar. Ze straalden de hele avond en keken naar elkaar als twee verliefde pubers! Wij vonden het een genot en een voorrecht om erbij te zijn, wat een mooi voorbeeld deze twee mensen in een wereld waar zoveel relaties op de klippen lopen.

Onze buurman heeft een papegaai, hij heeft geen naam dus heb ik ‘m, niet erg origineel, Buurgaai gedoopt. Ik praat elke dag een poosje met Buurgaai, nu al ruim twee maanden. Hij krijgt elke dag een paar kersen van me en af en toe een peper. Madame Jeanette, daar is hij gek op en het schijnt het praten te bevorderen. Buurgaai zegt niets tegen me ondanks de pepers, nooit, beetje jammer, maar ik geef de moed niet op en blijf hem voeren met mijn eigen praatjes, kersen en veel peper en blijf ondertussen hopen dat de aanhouder wint. De dag na de receptie zwaaide ik een bezoeker uit en lette totaal niet op Buurgaai. Ineens hoorde ik hem. ‘Hallo, hoe gaat het, wat? Hallo, hoe gaat het, wat?’ Met een lekker Surinaams accentje, dus je kunt je voorstellen hoe het ‘WAT’ eruit kwam. Ik moest vreselijk lachen, wat een loeder, nooit wat zeggen en als ie geen aandacht krijgt dan doet ie wel ineens zijn best. Een kleine bijzonderheid misschien, maar toch een lesje voor mij. Mijn geduld is niet voor niets geweest, dus ik ga dapper door met alles.

Woensdagavond zijn we naar de Orange Blues Bar aan de Rooseveltkade geweest. Woensdag is klaverjasavond bij de OBB, maar wij gingen voor het eten. Gastheer Jeroen is een geweldige kok, dus als we onszelf willen verwennen en bruin kan het trekken, dan gaan we eten bij Jeroen. Zodra ik ging zitten zag ik haar! O wat leuk, ik ben al jaren een bewonderaar. Ze is niets veranderd, zelfde haar, grijs, in een knotje. Keurige witte blouse, zelfde magere koppie, zelfde glimlach. Ik zag ook een paar dingen die ik nou niet direct herkende. Grote fles bier op tafel, lange glimmende oorbellen in haar oren en……………… ze was vol vuur aan het klaverjassen! Nee, ik wist het ook wel, zij kon het niet zijn. Ze is al een tijdje geleden gaan hemelen, Majoor Bosshardt. Maar toch, ik vond het heel erg leuk om haar weer even terug te zien.

Oudjaarsavond, om vijf minuten voor acht Surinaamse tijd gaat de telefoon. Het is Jonathan, de jongste zoon. We moeten op Skype komen. Dat doen we natuurlijk snel. Het is in Nederland vijf voor twaalf. Even prutsen aan de computer en ja hoor, daar is Jonathan met vriendin en drie grote broers! Ze roepen in koor ‘Happy New Year!’ Nou wat geweldig, vier jongens bij elkaar om mij te verrassen. Dat is goed gelukt, wat een mooi cadeau van de boys. Heel erg mooi om zo het nieuwe jaar in te gaan, dat geeft de burger weer moed!